Arkimedes en Vriendenlening als bedrijfsfinanciering

 

Wie in Nederland risicokapitaal ter beschikking stelt van een vriend of familielid om een onderneming op te starten, kan genieten van de fiscaal voordelige Tante Agaath-regeling. Geïnspireerd door dat voorbeeld werkt de Vlaamse regering deze dagen aan de Vriendenlening, zeg maar de Vlaamse Tante Fientje-regeling. En de Vlaamse overheid heeft nog meer ideeën om risicokapitaal los te maken bij de burger.

De markt faalt als het gaat om kredietverlening aan jonge bedrijven, meent de Vlaamse minister van Economie, Fientje Moerman (VLD). Terwijl in 1999, op het hoogtepunt van de dotcomhype, nog 265 miljoen euro risicokapitaal beschikbaar was, is dat cijfer nu teruggevallen tot 28 miljoen euro. Om die trend een halt toe te roepen hield de paars-groene Vlaamse regering eind 2003 een ondernemingsconferentie. Daar werden meer dan zeventig maatregelen goedgekeurd om de economie aan te zwengelen en het ondernemen te bevorderen.

Enkele daarvan werden inmiddels zichtbaar gerealiseerd. Televisieprogramma's als 'Kinderen van Dewindt' (VRT) en 'Succes in 100 dagen' (VT4), kwamen tot stand dankzij de beloofde overheidssteun, en verbeterden naar verluidt het imago van de jonge ondernemer. Maar andere projecten wachten nog altijd op hun realisatie. Vooral de projecten die de toegang tot durfkapitaal moeten vereenvoudigen, liepen veel vertraging op.

Tante Agaath

Neem nu de Arkimedes-fondsen, bedoeld om risicokapitaal op te halen bij het grote publiek en dat door te sluizen naar Vlaamse starters en KMO's. Volgens de oorspronkelijke planning moest die regeling worden gelanceerd in oktober vorig jaar. Later werd de timing bijgesteld en werd de uitvoering uitgesteld tot begin 2005. Inmiddels staan we voor de zomer en is de regeling nog altijd niet operationeel. Particulieren hebben nog altijd niet de kans gekregen om - met het beloofde fiscale voordeel - geld te beleggen in het fonds. En de risicokapitaalfondsen die uit het fonds kunnen putten om durfkapitaal te verstrekken aan KMO's, wachten nog altijd op hun erkenning. Maar er zit schot in de zaak. Met wat geluk kunt u als particulier deze zomer intekenen op de Arkimedes-fondsen en kunnen de KMO's vanaf het najaar genieten van het kapitaal uit het fonds.

De Vriendenlening is een ander project dat met de nodige vertraging nu eindelijk toch op gang lijkt te komen. Het idee erachter werd ontleend aan de Nederlandse Tante Agaath-regeling. Als een ondernemer een vriend of familielid kan overhalen om geld te investeren in zijn onderneming, hangt daar voor de leninggever een aantrekkelijk fiscaal regime aan vast. Zoals tante Agaath de Nederlandse ondernemers van krediet voorziet, doet tante Fientje dat nu ook in Vlaanderen.

De bedoeling van die regelingen is tweeërlei. Enerzijds moeten ze risicokapitaal voor jonge ondernemers gemakkelijker toegankelijk maken. Ondernemers die bij de bank aankloppen voor kapitaal, hebben het niet altijd gemakkelijk. Uit een onderzoek van de ondernemersorganisatie Unizo bij 496 KMO's blijkt dat dergelijke kredieten voor 82 procent van de KMO's te duur zijn. En bijna drie vierde van de ondervraagden vindt de vereiste waarborgen te verregaand. De Vriendenleningen en het Arkimedes-fonds moeten een antwoord bieden op die problemen.

Anderzijds hebben de regelingen de bedoeling particuliere geldbezitters warm te maken voor risicokapitaalverschaffing door ze rechtstreeks te betrekken bij de kredietverlening aan jonge ondernemingen. Als de banken het laten afweten, moet het geld maar rechtstreeks van de particulieren naar de kleine bedrijven vloeien, lijkt de achterliggende redenering.

Kleine bedrijven hebben heel wat te bieden aan ons land. Ze maken maar liefst 93 procent uit van het totale aantal bedrijven en nemen ruim 34 procent van de werkgelegenheid voor hun rekening. Daarmee zijn ze als groep de grootste werkverschaffer in België. Bovendien blijken de KMO's een zeer stabiele rol te vervullen op het werkgelegenheidstoneel. Zo bekeken zijn de initiatieven dus nog zo dwaas niet. Laat ons even overlopen wat de projecten te bieden hebben.

Arkimedes-aandelen

Het Arkimedes-fonds staat van beide projecten het verst in de uitvoering. Het ARK-besluit, het sluitstuk van de Arkimedes-regeling, werd op 30 december 2004 al gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. In grote lijnen voorziet de regeling in de oprichting van een risicokapitaalfonds dat kapitaal moet verstrekken aan KMO's die geld nodig hebben voor nieuwe investeringen. Om het fonds te spekken - in eerste instantie is het de bedoeling 75 miljoen euro op te halen - zullen Dexia, KBC en ING Arkimedes-aandelen en -obligaties verkopen aan het grote publiek.

Zowel de aandelen als de obligaties hebben een uitgifteprijs van 250 euro. Voor het overige zijn er echter belangrijke verschillen. Kiest u voor de aandelen, dan hebt u recht op een fiscaal voordeel. Belastingplichtigen van het Vlaams Gewest die intekenen op de aandelen, krijgen een belastingkorting van 35 procent van de uitgifteprijs, met een maximum van 875 euro. Dat maximum komt overeen met een investering van 2.500 euro, hetzij tien aandelen van 250 euro. Die belastingvermindering wordt weliswaar gespreid over vier jaar, waarbij het eerste jaar gelijk valt met het jaar waarin de aandelen werden aangekocht. Om ook de volgende drie jaar nog van de belastingvermindering te kunnen genieten, moet de belegger bij zijn belastingaangifte het bewijs voegen dat hij de aandelen nog altijd in bezit had tijdens het betreffende aangiftejaar.

Behalve dat fiscaal voordeel genieten beleggers in Arkimedes-aandelen een kapitaalsgarantie van 90 procent van de nominale waarde van hun aandelen, ongeacht de waarde-evolutie van het fonds. Met andere woorden: als het fonds na 13 jaar wordt ontbonden, krijgt u als aandelenbelegger minstens 225 euro per aandeel terug.

Maar uiteraard is het de bedoeling iets meer aan de aandelen te verdienen. En dat kan ook. Als het fonds erin slaagt meerwaarde te creëren via de succesvolle financiering van kleine en jonge bedrijven, dan kan het de volgende jaren aanzienlijk groeien. Het rendement van de aandelen moet dan ook vooral worden gezien als een meerwaarde op lange termijn, al is niet uitgesloten dat de laatste jaren ook een dividend wordt uitgekeerd. Uiteindelijk moeten de aandelen het echter vooral hebben van hun meerwaarde na 13 jaar.

Arkimedes-obligaties

Kiest u voor de obligaties, dan ziet het systeem er enigszins anders uit. De obligaties, die eveneens een uitgifteprijs hebben van 250 euro, geven geen recht op een fiscaal voordeel. Ze bieden wel een kapitaalsgarantie van 100 procent en een marktconforme rentevoet gedurende de hele looptijd van 13 jaar. Gezien de kapitaalsgarantie van 100 procent door het Vlaams Gewest zal die marktconforme rentevoet wellicht dicht in de buurt liggen van het rendement op risicoloze overheidsobligaties.

De grote vraag is voorlopig wanneer de banken starten met het aanbieden van de obligaties en aandelen uit het fonds. Het is nu wachten op de goedkeuring van de prospectus door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Laat die goedkeuring niet meer te lang op zich wachten, dan is het theoretisch nog mogelijk dat de verkoop start tijdens de tweede helft van juni, dus nog voor de zomervakantie. En anders kan de verkoop pas in september effectief van start gaan.

Dat er op dat moment enige concurrentie zal zijn met andere beleggingsproducten die op hetzelfde tijdstip in de markt worden gezet door de banken, is niet uitgesloten. Of de banken zich veel moeite zullen getroosten om het Arkimedes-fonds aan te prijzen, valt dan ook af te wachten. Beleggers die interesse hebben in de stukken, houden dus best zelf in het oog wanneer de emissie plaatsvindt.

Risicokapitaalfondsen

Het kapitaal dat via de emissie van de aandelen en obligaties naar het fonds vloeit, is bedoeld om risicokapitaal te verschaffen aan KMO's die nood hebben aan vers geld. De overdracht van de Arkimedes-gelden zal echter gebeuren via de bemiddeling van erkende private risicokapitaalfondsen, Arkiv's genaamd. Die Arkiv's kunnen een beroep doen op het fonds voor risicokapitaalverschaffing aan KMO's. Per euro eigen middelen krijgen ze er uit het fonds één euro bij. Op die manier kunnen zij hun beschikbaar risicokapitaal verdubbelen.

Voor de KMO's loopt de weg naar het Arkimedes-fonds altijd via de Arkiv's. Maar de erkenning van de Arkiv's is nog niet helemaal rond. De risicokapitaalfondsen die als Arkiv erkend willen worden, moesten daarvoor een aanvraag indienen voor 30 april. De erkenningen worden uiterlijk in oktober toegekend. Een en ander kan worden gevolgd op de website van de Participatiemaatschappij voor Vlaanderen, het overheidsvehikel dat werd opgericht om de Vlaamse economie te ondersteunen (www.PMVlaanderen.be).

KMO's die aanspraak willen maken op Arkimedes-geld, moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten ze voldoen aan de Europese definitie van een KMO. Daarvoor mogen ze maximaal 250 werknemers hebben en mag hun jaaromzet de 40 miljoen euro niet overschrijden of mag hun jaarlijks balanstotaal niet hoger liggen dan 27 miljoen euro. KMO's die aan die definitie voldoen, kunnen maximaal 1 miljoen euro uit het fonds krijgen, op voorwaarde dat het geld bedoeld is voor nieuwe investeringen die de kapitaalsbasis van de onderneming verhogen, eventueel in combinatie met de inschrijving op een lening. Investeringen die enkel bedoeld zijn om een bestaande aandeelhouder uit te kopen, komen dus niet in aanmerking. Ten slotte moeten de financiële middelen gebruikt worden om in het Vlaams Gewest investeringen te doen die werkgelegenheid scheppen of toegevoegde waarde creëren.

Vriendenlening

Een ander initiatief om risicokapitaal bij startende ondernemingen te brengen, is de Vriendenlening. Ook dat project werd al eind 2003 voorgesteld op de ondernemingsconferentie van de paars-groene Vlaamse regering en had volgens de oorspronkelijke planning al enige tijd operationeel moeten zijn. Via de regeling wil de Vlaamse overheid vermogende mensen aanzetten geld te lenen aan vrienden of familieleden die een onderneming willen starten, maar daarvoor onvoldoende kapitaal hebben. Het fiscaal voordeel moet hen over de streep trekken.

Weliswaar met enige vertraging begint het project stilaan vorm te krijgen. Toch is de definitieve start nog niet voor morgen. De wetgevende molen werd nog maar net in gang gezet en het hele traject moet nog worden doorlopen. Eerst en vooral moet het ontwerpdecreet de steun krijgen van de Vlaamse regering. Dat staat voor begin juni op de agenda. Daarna moet het ontwerp worden voorgelegd aan de verschillende adviesraden die erover hun zeg moeten doen. Na verwerking van alle adviezen die daaruit voortkomen, moet het aangepaste ontwerp uiteindelijk worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Volgens planning kan dat begin 2006 gebeuren, zodat het decreet ten vroegste in de loop van 2006 in voege kan gaan.

Voor wie plannen heeft om een vriend of familielid financieel te helpen bij de oprichting van een eigen bedrijf, loont het echter de moeite daarop te wachten. Want de regeling biedt enkele mooie voordelen.

Het opzet is vrij eenvoudig. Wie een achtergestelde lening van maximaal 50.000 euro toestaat aan een startend bedrijf, krijgt daarvoor een belastingvermindering van 2,5 procent per jaar gedurende de hele looptijd van de lening, te berekenen op het ontleende kapitaal. De belangrijkste voorwaarden zijn dat het om een achtergestelde lening gaat met een looptijd van acht jaar, dat de hoofdsom op de vervaldag in één keer moet worden terugbetaald, en dat de rentevoet 0,5 tot 1 keer de wettelijke rentevoet bedraagt. Op dit ogenblik is dat dus een rente tussen 3,5 en 7 procent.

Fiscale risicopremie

Het fiscaal voordeel zorgt voor een fiscale risicopremie bovenop dat rendement. Gedurende acht jaar krijgt de kredietverstrekker elk jaar een belastingvermindering die gelijk is aan 2,5 procent van het ontleende bedrag. Of met een voorbeeld: bij een lening van 10.000 euro en een rentevoet van 5 procent ontvangt de leninggever elk jaar 500 euro rente en wordt 250 euro belasting uitgespaard. Daardoor komt het totale rendement van het krediet uit ons voorbeeld op 7,5 procent. De fiscale risicopremie dient als vergoeding voor het extra risico dat met startersleningen gepaard gaat.

Bovendien wordt dat risico ook nog op een andere manier aan banden gelegd door de Vlaamse overheid. Als na acht jaar blijkt dat de ondernemer het krediet niet meer kan aflossen, dan heeft de kredietverstrekker recht op een belastingvermindering van 30 procent van het kapitaal. Op die manier kan altijd minstens 30 procent van het kapitaal worden gerecupereerd. Uiteraard kan aan de regeling nog worden gesleuteld als gevolg van de adviezen en opmerkingen van de adviesraden.

Met het Arkimedes-fonds en de Tante Fientje-regeling heeft de Vlaamse overheid enkele mooie initiatieven op stapel staan om de risicokapitaalverschaffing in Vlaanderen aan te zwengelen. In dat kader past ook de fusie van de Vlaamse Business Angels Netwerken. Een Business Angel Netwerk brengt startende en groeiende KMO's in verbinding met private investeerders. En ook de vernieuwde waarborgregeling voor investeringskredieten van KMO's hoort in dit rijtje thuis. Voor de particuliere belegger valt echter alleen met het Arkimedes-fonds en de Vriendenlening geld te verdienen. Maar het blijft natuurlijk risicokapitaal en daar hoort onvermijdelijk ook risico bij.






Copyright Durfkapitaal © 2005 | Management advies consulting: BrainWin