Knelpunt : Conti BPC


Terug naar Leefbaar Landen Home Page

Onderstaande informatie werd geselecteerd uit krantenartikels en andere publiek toegankelijke informatie.

 

Praktische Info

Conti BPC
Roosveld 2
3400 Landen
tel. 011/83.13.13
fax. 011/83.22.53

BE 450.685.556

HRL 85.330

Conti BPC is voor 83 % een dochtermaatschappij van ECOSOL AG, Zürich, Zwitserland

Bestuur :
Dhr. Paul Bournot, Gedelegeerd Bestuurder
Dhr. Helmut Schickaneder, Bestuurder
Irotec Laboratories, Bestuurder
Dhr. Frans Metten, Gevolmachtigde

Algemene Directie : Dhr. Paul Bournot

Senior Process Safety Technician : Mevr. R. Indeherberge

Contact : Mevr. Joris Marthe, Zaakvoerder

 

Aktiviteit

Aanmaak farmaceutische produkten.

 

Vergunningen

 

Probleemstelling

Vele omwonenden klagen al jaren van geurhinder. Vaak gaat dit ook gepaard met een prikkelend gevoel in keel en ogen.

Vele mensen zijn ook ongerust dat het prikkelende gevoel niet het enige nadelige gevolg zou kunnen zijn van de geurhinder.

Uit de uiteenzetting van Prof. H. Van Langenhoven (R.U.Gent) op het symposium van 16 april 1996 inzake "Geurhinder en geurhinderbestrijding", ingericht door de Vlaamse Milieu Deskundigen VZW, hebben we een paragraaf over de gevolgen voor de mens gehaald. Hier is de link.

 

Akties van Leefbaar Landen

 

Commentaar

Het bedrijf heeft zich te Landen gevestigd halfweg de jaren '70. Nu pas, na 20 jaren van hinder en klachten, werd de stem van de bevolking gehoord.
Wij wensen dit geen 2e maal te moeten meemaken.

Hierna volgt een korte opsomming van de hindernissen die we hebben moeten overwinnen :
- aantonen dat het bedrijf oorzaak was van de hinder
- uitzoeken of hieromtrent een wetgeving bestond
- uitzoeken waar men de milieuvergunning kon raadplegen en de stadsdiensten overtuigen dat dit kaderde in de openbaarheid van bestuur
- de vergunning gaan raadplegen, want copies kregen we destijds niet.
- opzoeken wat de betekenis was van al hetgeen er in de vergunning stond
- uitzoeken welke diensten ons konden helpen (politie, rijkswacht, milieu-inspectie)
- uitzoeken hoe we het zelf konden doen (want politie en rijkswacht hadden geen meetapparatuur en de milieu-inspectie kon ook niet overal zijn)
- meetapparatuur huren en analyses laten doen in een erkend labo

En tussendoor veel telefoneren, brieven schrijven, lezen, informatie verzamelen...

Als tijd geld is, dan mag u ervan overtuigd zijn dat hier heel wat geld ingestoken is - dit was helemaal niet het principe "de vervuiler betaalt".

Daarbij moeten we nog de kosten rekenen die de VMM de laatste tijd gedaan heeft :
- plaatsing van een meetpost
- onderhoud van de meetpost en centralisatie van de gegevens
- analyse van de stalen
- opstellen van rapporten

En op de kosten van politie, rijkswacht, stadsdiensten en milieu-inspectie zullen we niet verder ingaan, maar dat zullen er ook heel wat geweest zijn.

Als we dan op de Internet-pagina van de VMM een vergelijking zien van de gemeten waarden van 1,2-dichloorethaan, een stof die ook in onze metingen voorkwam, en als de vergelijking dan aantoont dat de gemeten waarden in Vlaanderen met 50 % gedaald zijn over een periode van 10 jaar, dan vragen we ons (ongerust) af wat we hier vroeger allemaal hebben moeten slikken.

Als dan in een gesprek met Conti gezegd wordt dat "er nu gemeten wordt of de vloeistof van de gaswassers nog voldoende filterend vermogen heeft, terwijl er vroeger veeleer met de natte vinger gewerkt werd", dan vragen we ons af of deze personen geen beroepseer hadden (of hoort dit ook tot het BAATNEC-principe ?).

Als uit een studie, verricht door de K.U.Leuven in 1995, blijkt dat er heel wat problemen voorkwamen op onverwachte plaatsen in het productieproces, dan stellen wij ons de vraag waarom Conti deze studie niet eerder heeft laten doen, en hoe het komt dat zij zelf er geen vermoeden van hadden : hebben zij dan te laag geschoold personeel in dienst ?

Dit alles doet ons tot het besluit komen dat enkel een strenge controle ervoor kan zorgen dat we dit niet meer hoeven mee te maken.

Bovendien is het nu zo dat men eerst klacht moet indienen bij Politie of Rijkswacht. Deze moeten dan het parket op de hoogte brengen en daar wordt dan beslist of de mensen van milieu-inspectie ter plaatse komen. Als men de Politie of Rijkswacht niet kan overtuigen van het belang, dan zal de milieu-inspectie waarschijnlijk ook niet ter plaatse komen, waardoor er geen luchtstalen genomen zullen worden, met als gevolg dat men geen harde bewijzen heeft waarmee men kan aantonen dat het niet gaat over een klacht van een persoon die niets anders te doen heeft.. En zo is de cirkel rond.

Indien er nog een milieuvergunning zou afgeleverd worden aan een dergelijk bedrijf dan zou deze vergunning minstens het volgende moeten voorzien :
- regelmatige meting van de emissies
- een systeem uitwerken waarbij de bevolking zelf stalen kan (laten) nemen en analyseren, en waarbij het bedrijf zich ertoe verbindt om de kosten van 24 staalnames en analyses per jaar op zich te nemen
- telkens onmiddellijk doorspelen van de analyseresultaten aan de gemeente en de milleu-adviesraad, en al wie er schriftelijk om vraagt.
Dit allemaal moet gebeuren op kosten van het bedrijf.

 

Terug naar Leefbaar Landen Home Page


Copyright 1997, Leefbaar Landen, 25 april 1997

Reacties zijn steeds welkom