|
Maria Egels
° Kortrijk, 25-05-1892
+ Kortrijk, 01-08-1960
Gemeenteraadslid Kortrijk
04-06-1921 - 07-02-1927
BWP
Eerste vrouwelijk gemeenteraadslid voor de socialistische partij in
Kortrijk
|
Armoe troef
Op driejarige leeftijd verliest Maria Egels haar moeder. Samen met een
anderhalf jaar jonger zusje wordt ze opgevangen door een tante. Vader Egels
werkt immers van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in een textielververij.
Tante die naast de dochters van haar broer acht eigen kinderen moet
grootbrengen, kan de eindjes maar moeilijk aan elkaar knopen. In 1899 hertrouwt
vader Egels. De kinderen keren naar huis terug. Hun stiefmoeder brengt een
dochter mee uit haar eerste huwelijk en spoedig wordt een halfzusje geboren.
Moeder geeft haar werk in de spinnerij op en zorgt voor het gezin. Maria Egels
loopt school tot aan haar plechtige communie. Ze is een uitstekende leerlinge en
eindigt eerste op het examen over de catechismus. Een rijker meisje krijgt
evenwel haar eerste plaats in de stoet van de plechtige communicanten. Tegen die
onrechtvaardigheid tussen rijk en arm zal Maria Egels zich later verzetten.
Van kinderarbeid tot syndicalistisch verzet
Na haar plechtige communie verlaat Maria Egels de school en gaat aan het
werk in de textielsector. Kinderarbeid onder de veertien jaar is wettelijk
verboden. Als de inspectie op bezoek komt, verstopt Maria Egels zich samen met
de andere kinderen in de afvalmanden waardoor ze aan het oog van de inspecteurs
ontsnappen. Naarmate Maria Egels ouder wordt, profileert ze zich steeds meer als
een verdedigster van de belangen van de arbeidsters. Ze wordt lid van de
socialistische vakbond. Samen met mannelijke vakbondsmilitanten trekt ze naar de
werkgevers om er een rechtvaardiger behandeling van de arbeiders en arbeidsters
te bepleiten. In uiterste nood wordt naar het wapen van de staking gegrepen.
Zodra een werkgever lucht krijgt van de vakbondsactiviteiten van Maria Egels,
wordt ze aan de deur gezet. Uiteindelijk kan ze in de streek van Kortrijk geen
werk meer vinden en gaat ze aan de slag in het Noorden van Frankrijk.
Huwelijksperikelen in oorlogstijd
In april 1914 bevalt Maria Egels van een zoon. De vader vervult zijn legerdienst
en kan pas met haar trouwen nadat hij daarvoor toestemming van de koning heeft
gekregen. De Eerste Wereldoorlog dwarsboomt die plannen. In augustus 1914 wordt
Julius Vanheuverbeke krijgsgevangen genomen. Maria Egels blijft achter als
ongehuwde moeder. Moeder Vanheuverbeke is gekant tegen de relatie van haar zoon
en weigert elke steun. Van haar stiefmoeder daarentegen krijgt ze wel hulp. Die
past op het kind terwijl Maria Egels de kost verdient als meid bij een rijke
familie. De bevrijding van Julius Vanheuverbeke in 1918 betekent niet het einde
van de huwelijksperikelen. Pas nadat moeder Vanheuverbeke de oorlogspremie
opgestreken heeft, kan het koppel in het huwelijksbootje stappen. Ze geven
elkaar het jawoord in mei 1919. Een jaar later wordt een tweede zoontje geboren.
Na de terugkeer uit Duitsland van haar aanstaande echtgenoot wordt Maria Egels
vrouw aan de haard. Haar man werkt in de textielsector.
Voor het eerst vrouwen in de gemeenteraad
Julius Vanheuverbeke engageert zich in het socialisme. Hij wordt aangeworven
als bode door de socialistische vakbond en klimt op tot secretaris van de
textielcentrale. Maria Egels is voorzitster van de Socialistische Vrouwen. In
1921 mogen vrouwen voor het eerst deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen. Elke
partij voelt de nood om vrouwen op de lijst te plaatsen. Maria Egels krijgt de
derde plaats op zeventien kandidaten en wordt verkozen tot het eerste vrouwelijk
gemeenteraadslid voor de socialistische partij in Kortrijk. Ze geeft het
voorzitterschap van de Vooruitziende Vrouwen door aan Maria Desmet. Hoewel Maria
Egels zich in de gemeenteraad op de vlakte houdt, aarzelt ze niet om soms tegen
beslissingen van de partij in te gaan. Dat wordt haar niet in dank afgenomen.
Met de gemeenteraadsverkiezingen van 1927 wordt Maria Egels niet herkozen. Ze
neemt ontslag uit het bestuur van de Vooruitziende Vrouwen.
Balanceren tussen communisme en Duitsgezindheid
De geboorte van een dochter in april 1927 maakt het gezin compleet. Het
gezin verhuist in 1930 naar Marke en houdt er het volkshuis open. Na enkele
maanden houden ze het evenwel voor bekeken. In 1931 krijgt Julius Vanheuverbeke
Multiple Sclerose en wordt door de socialistische vakbond ontslagen omdat hij
zijn werk niet meer aankan. Na zijn dood in 1940 bant Maria Egels het socialisme
uit huis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stopt ze een dame die regelmatig op
bezoek komt geld toe. Uit de gesprekken leidt ze af dat deze dame tot het
communistisch verzet behoort. Dat belet haar niet om de vrouw verder te steunen.
Anderzijds steekt Maria Egels haar sympathie voor DE VLAG, de Duits-Vlaamse
arbeidersgemeenschap, niet onder stoelen of banken. Misleid door de Duitse
propaganda volgt ze met haar dochter haar twee zonen naar Duitsland. Daar stelt
ze vast dat de betere arbeidsomstandigheden van de Duitse arbeiders gerealiseerd
worden ten koste van de vrijheid. Na enkele maanden kan ze naar Kortrijk
terugkeren. Ze vertrekt opnieuw na het voorlaatste bombardement op Kortrijk. Ze
wil haar kinderen terugzien. In 1946 wordt ze haar burgerrechten ontnomen, maar
in 1950 wordt ze in ere hersteld.
|